• Studeren in eigen tempo
  • Jaar gratis toegang tot online theorie
  • Praktijk is echt praktijk

“De wereld van VCA is heel interessant door de enorm uiteenlopende ambachten en functies die ermee te maken hebben. Dat varieert van VMBO-leerlingen in opleiding tot elektricien, metselaar, stoffeerder en havenarbeider tot en met het management van bedrijven”, zo beschrijft VCA-docent Paul Landsbergen wat hij zo mooi vindt aan zijn vak.

Hij werkte bij de overheid en hield zich daar bezig met economisch beleid, regelgeving, handhaving en bedrijfscontacten. Bij de overheid en later als adviseur bedrijven bij een bank had hij veel te maken met ondernemers. “Op een beurs kwam ik een zzp’er tegen die bhv-trainingen gaf en mensen veilig leerde werken met hoogwerkers. Dat vond ik leuk en daarom ben ik – naast mijn werk als organisatie-/financieel adviseur bedrijven – een aantal maanden met hem meegelopen. Hiermee wil ik mijn inkomen gaan verdienen, dacht ik toen.”

“Het contact met de cursisten beviel me goed. Mensen begeleiden en didactisch actief zijn vond ik erg boeiend en ik zag dat er ook veel behoefte aan was op de werkvloer”, aldus Paul over zijn motivatie om docent te worden. “Daarom heb ik de cursus VCA VOL gevolgd en mijn kennis verder aangevuld met het lezen van vakliteratuur en andere stukken over dit onderwerp. Op die manier ben ik bij NCOI binnengerold.”

Respect voor elke cursist
Over zijn werk als docent: “Het grootste gevaar is volgens mij dat je denkt dat je alles al weet. Mijn taak is cursisten optimaal voorbereiden op het VCA-examen. Klassikaal en bilateraal voeden zij mij echter ook met kennis en inzicht. Ik heb respect voor elke cursist en pretendeer zeker niet dat ik alles beter weet. Ik laat mijn cursisten altijd weten dat ik ervan uitga, dat zij in hun vakgebied expert zijn en daar meer over weten dan ik. Ik heb daarentegen een breed en diep zicht op het onderwerp ‘veilig werken’ zodat ik ze optimaal kan voorbereiden voor het examen door een aantal dingen die zij hiervoor moeten weten even mooi voor hen op een rijtje te zetten.”

“Ik zie de les als een dialoog. Ik ben een docent die graag wil dat de cursisten voorbeelden uit hun praktijk aandragen. Dat is heel waardevol, want daarmee kan ik de theorie handen en voeten geven. Omdat ik mensen hier actief voor uitnodig, houd ik ze ook betrokken. Voor mensen die meestal de hele dag fysiek in beweging zijn voor hun werk, is een dag les een zware zit. Daarom las ik meerdere korte pauzes in. Ik merk dan dat ze het tijdens de koffie of het sigaretje met elkaar over de stof hebben en weer bij mij terugkomen met vragen. De sleutel tot een succesvolle les is volgens mij, dat je verbinding maakt en dat de cursisten zich veilig en gerespecteerd voelen.”

“Ik vraag cursisten altijd wie ze zijn, wat hun werkzaamheden inhouden en waarom ze de cursus volgen. Vaak hoor ik dat ze het certificaat moeten halen van hun werkgever. Ze zijn dan niet altijd erg gemotiveerd. Ik geef dan voorbeelden van ongevallen en (als het hen zou treffen) de gevolgen daarvan voor hun bedrijf, maar ook voor hun persoonlijk leven en voor de levens van de mensen die hen dierbaar zijn.

Zo maak ik concreet waar de regels voor zijn. Namelijk waarborgen van gezondheid en levensgeluk van henzelf en van hun collega’s. Als hen duidelijk wordt dat ze die regels vooral om die reden moeten volgen en niet omdat ze er nu eenmaal zijn of omdat hun baas het zegt, raken ze vaak wél gemotiveerd.”

Goede veiligheidscultuur is essentieel
Maar er is meer nodig om de veiligheid op de werkvloer te borgen dan mensen een cursus VCA te laten volgen. “Voor een goede veiligheidscultuur is het essentieel, dat het belang van veilig (kunnen) werken op elk niveau in de organisatie gedragen wordt; van de directie tot en met de werkvloer. Je kunt mensen die met een hoogwerker aan de slag gaan wel vertellen dat ze eerst een checklist moeten afwerken om de hoogwerker te controleren op gebreken, maar als dat een half uur kost en het management zegt dat ze dat moeten doen voordat ze inklokken dan begrijp je wat er gebeurt. Ze doen het niet. En terecht want het hoort bij hun werk. Het management moet hen daar tijd voor geven.”

“Van alle bedrijfsongevallen heeft 95% met (haast-)gedrag te maken. En gedrag heeft weer met de bedrijfscultuur te maken. Het is dus belangrijk om te borgen dat veiligheid tussen de oren zit bij iedereen op alle niveaus in een bedrijf.  Als je dat niet doet kan dat zelfs strafrechtelijke gevolgen hebben in de vorm van een aanklacht; toebrengen zwaar lichamelijk letsel en/of dood door schuld voor het in gevaar brengen van mensenlevens”, aldus Paul.

“En het verdient aanbeveling dat het management de uitgaven voor de aanschaf van PBM’s – persoonlijke beschermingsmiddelen – niet beschouwt als kosten die zo beperkt mogelijk moeten blijven, maar als investering in de veiligheid van het personeel en het bedrijf en als investering in het beperken van het risico van financiële schade als gevolg van ziekteverzuim (en boetes) als gevolg van bedrijfsongevallen.”

Praktische vertaling van abstracte regelgeving
Ook door de overheid kan er nog wel het een en ander worden verbeterd volgens Paul. “Toen ik daar werkte zag ik dat het in de eerste plaats ernstig schort aan de handhaving; in de praktijk ‘gedogen’ genoemd. Op de tweede plaats is de regelgeving vaak heel abstract en voor organisaties is het lastig om de regels praktisch vertaald door te geven naar de werkvloer. Zo ontstaat er een sfeer dat de kans om gepakt te worden zo klein is, dat het economisch bezien niet loont om geld te besteden aan veiligheid – zeker als de concurrent het ook niet doet –  en de praktisch ingestelde mensen op de werkvloer krijgen in hun beleving onbegrijpelijke ‘overheids- en managementprietpraat’ over zich heen.”

“Je kunt namelijk alles wel vastleggen in normeringen, maar dat is voor de ambachtsman op de werkvloer vaak niet duidelijk”, legt hij uit. “Zo krijg je een situatie waarin de overheid steeds maar regels blijft produceren, die ze vervolgens niet handhaaft en bedrijven komen door de grote hoeveelheid regels niet toe aan een goede vertaling van de regels naar de werkvloer. Ook vergeten de overheid en het management vaak om voor de mensen op de werkvloer helder uit te leggen waarom de regels er zijn.

Als je mensen wilt motiveren is het van belang dat ze weten wat je van hen verwacht en waarom. Daarbij moet je beseffen dat de hersenen van ambachtslieden vaak anders werken dan die van mensen in het management. Mensen die met hun handen werken denken over het algemeen minder abstract. Ze denken veel praktischer en willen weten wat het praktische doel van een regel of een handleiding is.”

Paul Landsbergen is docent VCA Basis/VOL/VIL-VCU, instructeur BHV EH en BO en IPAF/SOG-instructeur/examinator hoogwerker en heeft een eigen organisatieadviesbureau.

Incompany

Al onze cursussen kunnen we ook incompany binnen uw organisatie uitvoeren. Op een tijd en locatie die u het beste uitkomt.

Locaties door heel Nederland

NCOI Veiligheid is in heel Nederland actief en biedt cursussen aan op 22 plaatsen.

E-learning

Veel programma’s van NCOI Veiligheid bieden we ook aan in e-Learning. Zo kunt u het programma volgen waar en wanneer u maar wilt.

Over NCOI Veiligheid

Wij leiden al meer dan 40 jaar mensen op met onze veiligheidstrainingen. Inmiddels is NCOI Veiligheid dé veiligheidsspecialist binnen Salta Group. We doen dat op basis van 3 uitgangspunten:

1. Didactisch innovatief
2. Kwaliteit!
3. Partner in veiligheid

Iedereen na een werkdag weer veilig en gezond naar huis