BHV-docent Henk de Bruin werkte in de logistiek bij een grote multinational, maar zijn liefde voor bhv is hem met de paplepel ingegoten. “Ik kom uit een echte hulpverlenersfamilie”, vertelt Henk. Hij haalde zijn bhv-diploma, maar het werken in de logistiek bleek lastig te combineren met bedrijfshulpverlening. “Bij zo’n multinational gaat logistiek 24 uur per dag door en dat maakt het inplannen van bhv-cursussen dus wel lastig.”
Maar kennisoverdracht en lesgeven was iets wat hij leuk vond. “Ik hield me al wel bezig met het opleiden van mensen. En toen ik vanwege een overname naar andere loopbaanmogelijkheden moest gaan kijken, heb ik een aantal testen gedaan. Daar kwam ook uit dat ik opleiden heel erg leuk vind. Ik heb toen mijn EHBO-diploma gehaald en een aantal instructeursdiploma’s gehaald. Via het Rode Kruis in Wageningen ben ik als hulpverlener ingezet bij bevrijdingsfeesten en heb ik veel ervaring opgedaan met evenementen”, aldus Henk.
Het belang van kennisoverdracht
Naast de cursus BHV geeft hij onder meer de cursus Hoofd BHV en de training Preventiemedewerker. Zijn belangrijkste drijfveer om voor de klas te staan is kennisoverdracht. “Ik wil graag mijn kennis en ervaring overbrengen op anderen. In het geval van bhv’ers bijvoorbeeld is dat het helemaal duidelijk is wat ze moeten doen als er iets aan de hand is. Handelend optreden is niet zomaar vanzelfsprekend en ik wil graag dat mensen zich vrij voelen om dat te doen als het nodig is.”
“Ik sta ook helemaal achter het motto van NCOI Techniek & Veiligheid dat we ervoor zorgen dat iedereen aan het eind van de werkdag weer veilig thuiskomt. En dat doe je met z’n allen. Ik speel daarbij ook in op de actualiteit. Zo gebruik ik nu de COVID-19-maatregelen. Iedereen snapt nu het belang van regelmatig je handen wassen, maar waarom deden we dat voorheen niet? Voorheen was dat net zo goed in het belang van ieders gezondheid.”
Veiligheid tijdens de lessen
“Ook met onze lessen spelen we nu natuurlijk in op het nieuwe normaal. Alle lessen zijn veilig te volgen. We zorgen dat iedereen anderhalve meter afstand kan houden en gebruiken alternatieven voor het oefenen van fysieke handelingen”, aldus Henk.